Greenpeace bereikbaar - any time, any where, any place
In 1997 ben ik benaderd door Thierry Alen van 3-Angle Networks uit Amstelveen of ik Greenpeace zou kunnen adviseren en begeleiden bij de vervanging van de telecommunicatievoorzieningen van Greenpeace International en Greenpeace Nederland. Een paar jaar daarvoor had Thierry mij geholpen met het opstarten van de managed call accounting dienst voor alle Exxon vestigingen in Europa, meer daarover een andere keer. Greenpeace, toen nog samen gevestigd in het monumentale Gebouw Astoria aan de Keizersgracht in Amsterdam en een winkel op de hoek van de Leliegracht/Prinsengracht maakte in die jaren een stormachtige groei mee in activiteiten, fondsenverwerving, medewerkers, kantoren en schepen (zoals de Rainbow Warrior). Een essentiële voorwaarde voor het succes van Greenpeace was het blindelings kunnen vertrouwen op goede communicatie verbindingen (email) met de andere kantoren (UUNet en Compuserve verbindingen deels via inbelpunten), de schepen (satelliet communicatie), met de pers, met de donateurs, met overheidsinstanties, enzovoorts. Live audio verslaggeving en bijbehorende foto- en video beelden is een belangrijke factor voor het succes van Greenpeace (er was nog geen “internet” zoals we dat nu kennen).
Op dat moment maakten beide organisaties gebruik van een Siemens Hicom 300 en een daarmee gekoppelde Nortel Meridian option 11 (Call Center). In verband met een toenemend aantal medewerkers had 3-Angle de werkplek bekabeling uitgebreid. Verdere uitbreiding van computernetwerk (coax) en telefoonnetwerk (op z’n best cat3), serverruimtes, telefooncentrales, telefoonlijnen (analoge en ISDN van KPN), een POP van MCI Worldcom (glasvezel) voor internationale en satellietcommunicatie, zou gebaat zijn met een integrale aanpak.
3-Angle Networks heeft het bestek geschreven voor een gestructureerd kabelnetwerk en voor de nieuwe server ruimte, passend bij alle interne verbouwingen (in Amsterdam werden alle foto’s en films bewerkt voor verzending naar pers en TV) . Ik heb de wensen van de diverse Greenpeace bedrijven en de mogelijke scenario’s en kosten in een investeringsvoorstel aan de directie voorgelegd. Ongeveer een jaar later zijn op basis van het door mij opstelde RFP voor de communicatievoorzieningen TKT-Siemens (Peter Cornelis), KPN-Nortel (Marcel Verkerk) en Lucent Technologies-Definity (Omar Jarmohamed) uitgenodigd voor het maken van een aanbieding. Dat leidde tot drie gelijkwaardige oplossingen. Het verschil tussen de hoogste originele prijs en contractprijs bedroeg 30%. Als je bedenkt dat Greenpeace in die tijd een (inter)nationale naamsbekendheid had van meer dan 90%, dan kreeg de winnaar direct een uitstekende referentie! Dat werd dus Lucent onder leiding van Serge Poppes.
De RFP voor het externe telefoonverkeer (> € 100.000,= per jaar) werd een zware strijd tussen MCI Worldcom (Peter Janssen) en Esprit (Liliane Tan). Dat er in die tijd flinke kortingen werden gegeven op de eenmalige kosten en op de gesprekstarieven zijn denk ik algemeen bekend. We weten ook allemaal hoe het deze operators in de daarop volgende jaren is vergaan. Uiteindelijk is besloten om het uitgaande internationale telefoonverkeer te verdelen tussen MCI Worldcom en Esprit en het uitgaande nationale verkeer en inkomende verkeer te routeren via KPN. Bij uitval van één van de operators zou het telefoonverkeer niet verstoord worden. MCI Worldcom en Esprit waren niet blij met die opzet, maar de waarde van die beslissing bleek al direct in het eerste jaar. Met de door Esprit geleverde Phonex applicatie van Mind konden de gesprekskosten van alle operators intern naar de juiste werkmaatschappijen worden doorbelast. Ik denk nog altijd met genoegen terug aan de prettige samenwerking met Marjolijn van Oyen (Hoofd Interne Zaken) in die hectische periode van Greenpeace.